Tegenwoordig lijkt iedereen wel last te hebben van PTSS. Tenminste… als je de goedbedoelende juffen, huisartsen en praktijkondersteuners mag geloven. Maar wat ís PTSS nou eigenlijk, en waarom moeten we voorzichtig zijn met het zomaar plakken van dit etiket – zeker bij kinderen?
Wat is PTSS?
PTSS staat voor Post Traumatische Stress Stoornis. Het is een ernstige psychische aandoening die kan ontstaan na een schokkende of traumatische ervaring. Denk aan geweld, misbruik, oorlog of een ernstig ongeluk. Mensen met PTSS hebben last van herbelevingen, nachtmerries, vermijdingsgedrag, prikkelbaarheid, somberheid, en stemmingswisselingen. Het zelfbeeld is vaak flink beschadigd en rust nemen lukt nauwelijks. Het hoofd blijft maar malen.
Belangrijk: PTSS komt voort uit een échte, diepe traumatische ervaring – en dat zie je meestal pas ná een langere tijd in gedrag terug.
De juf van Ivo
Deze week had ik weer zo’n situatie. Een cliënte belde me in paniek: de juf van haar zoontje Ivo van 8 had tijdens het 10-minutengesprek gezegd dat ze ‘een vermoeden van PTSS’ had. Haar advies? EMDR.
Pardon? Ik vroeg aan moeder of deze juf tegenwoordig ‘undercover psychiater’ was. Of dat ik vanaf nu haar rekenlessen moest overnemen? De reden van haar vermoeden? Ivo was na de zomervakantie boos naar vriendjes en moest soms huilen. Natuurlijk is dat gedrag het bespreken waard, maar een diagnose suggereren? Dat is een brug te ver.
Populair label
Het gebeurt vaker. Cliënten melden zich aan en zeggen meteen: “Ik wil EMDR, want de huisarts denkt aan PTSS.” Dan stel ik altijd even de nuchtere vraag: “En heeft die huisarts ook de therapieopleiding gedaan?”
Trauma is serieus. PTSS is geen hip etiket voor een kind dat even uit zijn doen is. Een ondoordacht label kan een kind nog jarenlang achtervolgen. En áls het loos alarm blijkt, dan is het op verjaardagen voer voor grapjes: “Haha, weet je nog, toen je PTSS had?”
Kind met bepaald gedrag is nog geen kind met PTSS
PTSS uit zich in gedrag. Dat klopt. Prikkelbaar, agressief, of juist stil en teruggetrokken. Maar daar gaat vaak maanden of zelfs jaren van innerlijke worsteling aan vooraf: nachtmerries, flashbacks, angst, onbegrip, piekeren, misschien zelfs doodswensen.
Maar let op:
📌 Wie PTSS heeft, vertoont dit gedrag.
📌 Maar wie dit gedrag vertoont, heeft niet per se PTSS.
Zo simpel is het. Even stilstaan bij wat er speelt
In Ivo’s geval kwam in het gesprek met moeder naar voren dat er tijdens de zomervakantie thuis flink wat spanningen waren. Ruzies, geschreeuw, en uitspraken als “ik wil scheiden”. Dat heeft Ivo gehoord. Dat raakt een kind. Natuurlijk raakt dat hem.
Maar dat maakt hem nog geen PTSS-patiënt.
De ouders van Ivo zijn nu gestart met relatietherapie. Er is ruimte gekomen voor rust, uitleg, verwerking. Dát is de juiste volgorde.
Mijn advies:
📌 Voor ouders: Plak geen label op je kind. Vraag je af wat hij of zij nodig heeft.
📌 Voor juffen, huisartsen, en praktijkondersteuners: Signaleer, benoem, verwijs gerust door – maar stel geen diagnose. Laat dat over aan ervaren therapeuten.
Want elk kind verdient de ruimte om te herstellen, zónder etiket.
💬 Blog aanbieding: PTSS-oriëntatiegesprek van 1 uur – € 95,00 – Neem direct contact op om deze aanbieding te claimen